Doorgaan naar hoofdcontent

Wordt het Wolfram of een bibliothecaris?

Gister las ik mijn laatste De Pers. Vanaf maandag verschijnt hij alleen nog in de Randstad. Ik ben dan aangewezen op alle stukgelezen en doorgezeten exemplaren, die de grens van ons land weten te bereiken. Mooi is dat.

Maar goed, er stonden wel twee opvallende berichten in die laatste editie. Eerst natuurlijk de aankondiging van een internetrevolutie. Binnenkort gaat de nieuwe, slimmere Google online: Wolfram Alpha, een uitvinding die het internet voor altijd kan veranderen. Met zo'n naam? Ik weet het niet hoor.

Wolfram Alpha is geen zoekmachine maar een vragenbeantwoorder. Je zoekt niet op trefwoorden, je stelt een vraag. "Wat is de levensverwachting van 30-jarigen in Zimbabwe?" Geen lijst met treffers en zoek-het-verder-zelf-maar-uit, maar gewoon het antwoord. Spannend.

Toch komen er een paar gedachten naar boven: Hebben we zoiets niet al eerder gezien? Ask nogwat. Waar is die gebleven? En de bibliotheken kunnen hun vraagservice dus wel opdoeken. Waarom een dag of langer wachten op het antwoord als Wolfram het gelijk geeft. Maar kan dit wel werken? Er zijn zoveel manieren om een vraag (verkeerd) te formuleren. Die machine zal toch ook de belangrijkste trefwoorden uit de vraag filteren. En dan? Daarom mijn conclusie: spannend. Laat maar zien, Wolfram!

Verderop stond een artikel over het bloedbad onder huizensites. Kennelijk zijn er allerlei kleinere sites die fuseren om maar te kunnen concurreren met marktleider Funda. Lastig, want over het algemeen is er slechts plek voor twee websites op een bepaald gebied. Oei. Toch klinkt het wel logisch. Ik denk dat er uiteindelijk zelfs maar één overblijft. En waarom ook niet. Als je er gewoon voor zorgt dat al het goeie van alle kleintjes bij elkaar één beste maakt. Dan is iedereen toch blij?

Komt er wel weer een gedachte bij me op: wij bibliotheken, doen wij het wel goed? We proberen niet alleen te concurreren met andere aanbieders, maar ook met onszelf. De vragendienst Aladin doet nog steeds z'n best te overleven, komt er van rechts ineens antwoord.bibliotheek.nl voorbij. Oké, er is verschil, de klant kan bij die laatste ook antwoord geven. Helemaal 2.0, super. Maar hoeveel overlevingskans hebben beide sites tussen alle concurrenten, en straks de vraagmachine Wolfram?

Toch is er hoop. Want volgens mij vinden mensen het ook altijd nog prettig om een vraag aan een persoon te stellen en niet aan een online dienst of machine. Idealistisch misschien, maar ik weet het zeker: mensen hebben mensen nodig. Of vriendelijke bibliothecarissen. Zeker als ze hun diensten zo vrolijk aan de man brengen. Dus, lieve klant: ASK!



Reacties

  1. Hee, dat wist ik helemaal niet, van de pers. jammer hoor. Ik zou liever zien dat ze Spits in gingen krimpen...

    Ik ben erg benieuwd naar Wolfram maar heb niet de indruk dat het een aardverschuiving teweeg zal brengen, als ik het zo lees links en rechts.

    On verra....

    BeantwoordenVerwijderen
  2. En zo is het!
    Dat van die randstap stond heel klein onderaan op de voorpagina. Alsof het niet belangrijk was... Dombo's.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Dag Astrid,
    Maar je kunt De Pers toch nog digitaal lezen? Of las je hem altijd in de trein? Het blad heeft volgens mij altijd met verlies gedraaid, dus verwonderlijk is het niet dat ze moeten inkrimpen.
    Groet, schrvrdzs
    p.s. Ik schreef ook al zoiets bij De wereld van Sophie, maar die mevrouw van dat filmpje zou in staat zijn mij de bieb uit te jagen...

    BeantwoordenVerwijderen
  4. @schrijver: De Pers is echt iets voor in de trein, en de crypto voor onder het eten ;-) Digitaal vind ik echt geen optie. Maar goed, ik zoek wel iets anders, of kijk gewoon eens naar buiten ofzo en voer een goed gesprek.
    p.s. Toch vind ik het wel een grappig filmpje.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Is NRC-Next misschien iets voor in de trein? Niet gratis, maar ook niet duur geloof ik. (Ik kan zelf gewoon De Pers blijven lezen als Randstedeling.)

    Wat betreft 'Met zo'n naam? Ik weet het niet hoor.': Ik vertelde een huisgenoot over de a.s. nieuwe zoekmachine en die deed aanvankeleijk sceptisch, tot ik de naam noemde. Toen zei hij: Wolfram?! Maar dat is de man van Mathematica. Dat is een genie! Dat kan wel eens heel goed worden!' (Mathematica is een wiskundeprogramma.)

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Lief dat je meedenkt, maar mijn treinreis duurt 5-10 minuten. En met dit weer pak ik ook steeds vaker weer de fiets. NExt lees ik dan weer wel op internet ;-) Nee, ik zal De Pers missen, maar er iets voor kopen, dat ga ik niet doen.

    Wolfram schept misschien juist met zo'n naam te hoge verwachtingen. En erg internationaal is het ook niet.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Dag Astrid,
    Sorry!! Ik dacht even dat je 'Wolfram Alpha' gewoon een rare naam vond, maar blijkbaar wist je gewoon wie Wolfram was, dat had ik niet door. Ik wist het zelf niet en ging daarom af op de kennis van mijn huisgenoot, maar zoiets is niet altijd wijs natuurlijk. Wat je met 'niet internationaal' bedoelt begrijp ik niet, maar dat zal ook wel komen doordat ik me er niet zelf in verdiept heb.
    Toch denk ik dat het misschien met die Wolfram net zo kan gaan als met schaakcomputers: eerst lijkt het niet veel, maar na een tijdje zijn slechts de allergrootsten in staat ze te verslaan. En horen bibliotheken in dit geval bij die allergrootsten? Ik hoop het, maar ik heb mijn twijfels.
    En dan heb je natuurlijk ook nog de kans dat Google hem gewoon van de markt drukt.
    Groet, schrvrdzs

    BeantwoordenVerwijderen
  8. In het artikel staat dat Wolfram is vernoemd naar z'n bedenken: de briljante wetenschapper Stephen Wolfram. Misschien hetzelfde genie als die jij bedoelde.
    Ik dacht eigenlijk meer aan de internationale toegankelijkheid van zo'n naam. Hoe spreekt een Amerikaan dit uit? Of een Fransman, Italiaan, Griek, Chinees of wie dan ook. Als je echt groot wil zijn, moet je daar volgens mij wel rekening mee houden.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire scribble

Gedeelde smart

We hebben een klein feestje en nemen de kinderen mee uit eten. Om het avontuur nog groter te maken proberen we een onbekend doch aanbevolen restaurant. Een menukaart? Nee, die hebben we niet. Even de QR code scannen voor alle gerechten. Papier is zó ouderwets... Of we het concept kennen. Concept? Nou nee. Het heet 'shared dining'. De gerechten zijn iets kleiner en de bedoeling is dat je alles wat je bestelt op tafel zet en het gezellig met elkaar deelt. Oké... even schakelen... allemaal iets anders bestellen dus. En de friet, dat moet ook apart besteld worden? Ja dus. Nou, een avontuur is het wel, dat moet gezegd. Vooral als alles wordt geserveerd. Want iedereen krijgt namelijk toch gewoon z'n eigen gerecht. Ziet er goed uit hoor, maar waar zijn de lege borden om het te 'sharen'. Hoe hadden ze dit nou precies bedacht? Het avontuur wordt nog groter als de ober mijn noodles voor me zet met de opmerking: "kan een beetje pittig zijn, maar u gaat niet dood hoor.&quo