Tijdens de terugreis stop ik op de meest inspiratieloze tank-plas-vreetplek vlak voor de Nederlandse grens. Alles is er druk en vies, maar pauzeren moet na twee uur rijden, het is etenstijd en tanken kan hier nog goedkoop. Ik denk het systeem slim af te zijn deze keer: eerst plassen en dan de toegangsticket inleveren bij het afrekenen van m'n etenswaar. Maar ik raak in de war. Er staat niks op het toiletticket en ze slingeren echt overal. Zou dat systeem hier niet gelden? Ik manoeuvreer me - zo min mogelijk aanrakend - tussen schappen vreetvoer, vrachtwagenchauffeurs en jengelende gezinnetjes door. Het meisje achter de kassa is representatief voor de treurigheid van deze tent. Ik vraag haar om een saucijzenbroodje. 'Dat mag u zelf pakken', zegt ze en wijst naar de warmhoudcabine die gevuld is met vele soorten broodjes zonder naamkaartje. Wat is wat? Ik kies dan maar wat er het smakelijkst uitziet. Ze zet een beker theewater voor me neer die serieus half gevuld is. 'Wat
beschrijf jezelf en herlees een ander