Ach en niks Wat wou je? Wat wil je? vroeg mama vandaag. Ik zuchtte eens diep, en zei: ach. Ach is erg, zei ze toen, nog veel erger dan au. Dat ziek je niet uit in een dag. Wat wou je? Wat wil je? vroeg mama vandaag. Ik zuchtte nog dieper, zei: niks. Niks is erg, zei ze toen, en je ziet ook erg bleek. Dat ziek je niet uit in een week. Ach en niks zijn de blues, zei mama vandaag. Daar is ach en niks aan te doen. Ik weet ach en niks om je beter te maken. Ik zuchtte, zei: mama, een zoen. Bart Moeyaert (Maanbundel)
beschrijf jezelf en herlees een ander