"Weet je wat een oloide is?", vraagt m'n CERN-maatje in de pauze. Een wat? Nee dus. "Mooi!", zegt ze. En ze schuift me een klein doosje toe. Kadootje, als dank voor alles. Er valt een wonderlijk en zacht houten figuur in m'n hand. Ik moet aan een driedimensionale lemniscaat denken. Het voelt bijzonder, ligt lekker tussen palm en vingers en het maakt me gelijk stil. Wat is dit?
"Een oloide", legt ze uit. "Dit staat symbool voor de verbinding tussen aarde en heelal. Door de vorm en de tuimelende omwenteling wordt onze eigen verbinding met de elementen aarde, water, vuur, lucht en ether aangeraakt en versterkt. En de vorm maakt de inwendige lemniscaat in je energetische lichaam wakker. Het helpt ook bij mediteren of in slaap komen." Serieus? Zoveel schoonheid in een stukje hout!
Ze leert me dat Rudolf Steiner rond 1920 een oproep deed om de relatie tussen de 5 platonische vormen (de driedimensionale vormen die bestaan uit regelmatige veelhoeken, zoals de kubus) en het universum compleet te doorgronden. Bijna 10 jaar later kwam iemand met een antwoord: een geometrisch lichaam dat hij een 'oloide' noemde. Eigenlijk twee cirkels, die haaks in elkaar zijn geschoven. Op een nogal ingewikkelde manier ontstaat deze vorm uit de beweging van de diagonaal van een kubus, gematerialiseerd in de tijd. Een oloide heeft de unieke eigenschappen dat hij in iedere omwenteling met zijn gehele buitenkant de grond raakt. En de lengte van die contactlijn blijft tijdens het rollen constant. Ook is het spoor dat hij hierbij maakt gelijk de bouwplaat waaruit hij wordt gevormd.
En zo is er nog veel meer over te leren. Maar wat maakt die kennis uit. Hij ligt in m'n hand en voelt daar thuis. En dat ik er gelijk een lemniscaat in zag, zie ik maar als een teken dat hij bij me wil zijn. Wie had dit figuur ook alweer ontdekt, zei je?
"Paul Schatz. Een wiskundige en kunstenaar. Uit Zwitserland." Nou moe. Weer een Paul. En weer ons Zwitserland. We knipogen even, ook naar boven. Dank Margje, voor alles, en zoveel meer.
Reacties
Een reactie posten