Er moet me iets van het hart. Sinds ik ruim 14 jaar geleden met Twitter verkering kreeg, hebben we een beetje een knipperlichtrelatie gehad. Ik zou zelfs zeggen een haat/liefde verhouding. In het begin was alles leuk en onschuldig, toen kwam de sleur en kostte het ineens best veel tijd. We hebben elkaar zelfs een paar jaar uit het oog verloren. Tot ik ineens weer wat meer te vertellen had en de vlam weer oplaaide. Maar sinds een tijd laat ik me meer door deze rare vogel afleiden dan goed voor me is. Ik zou willen beweren dat ik zelf niet eens zo veranderd ben in onze relatie. Ik neem nog altijd meer dan dat ik geef. Ik val hem niet lastig met meningen in CHOCOLADELETTERS of zinloze chitchat, al dan niet vergezeld door een koddig filmpje. Ik laat alleen positieve Tweetgenoten toe, die net als ik de wereld en onze tijdlijn graag wat mooier willen maken. Maar ik moet zeggen dat m'n wederhelft in die jaren wel wat rare trekjes heeft ontwikkeld. Hij zingt een andere toon. Hij vliegt in
Vandaag kocht ik mijn allereerste Hoe overleef ik -boek van Francine Oomen (sorry). Ik weet, de serie is al sinds 1998 mateloos populair. Elke schoolbibliotheek heeft altijd te weinig exemplaren in de collectie. Ze won vele malen de prijs van de Kinderjury en van de Jonge Jury. Ze werd er zelfs om geridderd. Laten we zeggen dat ik meer van de leeftijd van de schrijver ben dan van de doelgroep waarvoor en waarover ze schrijft. Waarom dan nu toch naar de boekhandel? Vanwege een artikel op De Correspondent . Er is namelijk een nieuw deel uit: Hoe overleef ik alles wat ik niemand vertel? Na 16 delen en acht jaar stilte, ontdekte Francine dat de lezers, die waren opgegroeid met Rosa en haar vrienden, nog steeds op survivaltips zaten te wachten. Tips om een quarterlifecrisis te overleven in een wereld waarin eenzaamheid toeneemt en "jongeren een psychische diagnose hebben of er met smart op wachten". Niet in de laatste plaats omdat ze ontdekken dat die sociale media meer leegzuig