Doorgaan naar hoofdcontent

Duende: flamengo poëzie


Twee Hollanders. Twee kunstenaars. Bezeten door de Dionysische bezieling. Of Duende, zoals Lorca het noemt. De een leest gitaar, de ander speelt woorden. Samen omarmen ze de universele sfeer van het zuiden. Ze doorkruisen Spanje. Ze passeren Portugal en Brazilië. Ze ontmoeten Lorca, de flamenco, duende, Pessoa, Drummond de Andrade. Ze ervaren het vuur van de Latijnse liefde, het genot van de siësta, het gelik van de hete zon. Eric Vaarzon Morel en Gijs Scholten van Aschat duelleren met elkaar op het schroeiende scherpst van de snikhete snede. De één tot de tanden gewapend met snaren, de ander met de macht van de voordracht. En nooit eerder was een Hollandse winter zo heet.

En Scribbles was erbij. Het was een mooie avond, met die reus van het toneel en die duivel van de flamengo. Voor de pauze domineerde de muziek van Vaarzon Morel. Van de verschillende blokjes spraken de drie gedichten over taal me het meest aan. Hoe kan het ook anders. Na de pauze trok Gijs al zijn registers los. Want ja, poëzie over de Spaanse liefde en erotiek laat zich natuurlijk niet zonder vuur voordragen. Via de verzen van Drummond de Andrade werden we naar een gezamenlijk hoogtepunt gevoerd.

De vloer is bed

De vloer is bed wanneer de liefde overmant.
Op hoogpolig tapijt of op het hardst parket,
als liefde om naar bed te gaan niet wachten kan,
vormen wij lijf aan lijf het vochtige ballet.

Om uit te rusten van het liefdesspel gaan we naar bed.

Ook een avond genieten? Dat kan nog tot 15 februari.

Foto en tekst

Reacties

  1. Vorige week in Enschede dezelfde voorstelling gezien, fantastisch hè? Degene met wie ik samen was vroeg zich af wat "Duende" betekende. Ik zei: als het goed is, dan weet je na afloop wat het verschil is tussen gitaar spelen en gitaar spelen met duende. Aldus geschiedde.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dag AvA,
    Dat is een mooi aanvulling!
    Een avond vol duende, inderdaad.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire scribble

Nieuwe taal

Ik loop op een zaterdagmiddag door de binnenstad. Ik kruip een beetje in m'n kraag om me af te schermen van alle mensen. De meesten zitten vol energie en richten die op elkaar, de volle tassen of de omgeving. Ik doe even niet mee, maar het is onvermijdelijk dat mijn sensoren dingen oppikken.  Zoals de vier dames een eindje verderop. Vlot gekleed, lange wapperende haren, net iets te vrolijk. Ze wisselen kennelijk uit wat voor leuke dingen ze allemaal hebben gedaan en genieten super blij van het genot van de ander. Ik probeer m'n oordeel te negeren. Terwijl ze zich weer in twee stellen opsplitsen volgt een fascinerend afscheidsritueel. "Veel plezier nog. Snel weer eens afspreken. Doeidoei." En terwijl ze zich al heeft omgedraaid, roept één van de dames nog luid "Hartje!". Oké, ik weet dat ik geen voorloper ben. Niet in mode, niet in gadgets, in geen enkele hype om eerlijk te zijn. Dus leg me even uit, sinds wanneer zijn we onze emojis gaan uitspreken? Hoe het ...