Excursion into Phylosophie - Edward Hopper (1959) |
is veel meer dan een gemoedsuiting
in de trant van ‘ik heb kiespijn’.
Het is onderdeel van een systeem
van beloften en verwachtingen.
Wie zijn liefde verklaart,
verklaart dat hij zijn gevoel
als betrouwbaar beschouwt.
Een perfecte liefde met
perfect op elkaar afgestemde
verwachtingen
is dan wel betrouwbaar,
maar niet erg prikkelend.
Ze schakelt precies die
onwaarschijnlijkheid uit
die de bekoring uitmaakt.
Het romantische idee van liefde
als eenheid van gevoel,
seksuele begeerte en deugd
is daarom altijd teveel gevraagd.
En als het moment komt
waarop de begeerte slijt,
is dat dan enkel een zaak van
berekenbare verwachtingsverwachtingen?
Of is het omdat onze hersenen
verveling vrezen?
Juist om die reden,
zo schijnt het,
houden ze van de liefde.
Is liefde dan niet de heel
normale onwaarschijnlijkheid
in het geluk van de ander
je eigen geluk te vinden?
Is liefde uiteindelijk niet meer dan
zelfuitbeelding via de blik van de ander?
Als dat klopt, dan weerspiegelt liefde voor ons,
bij alle vermeende onbaatzuchtigheid,
toch altijd het meest opwindende
beeld dat we kennen:
onszelf.
Dag Astrid,
BeantwoordenVerwijderenIs dit een filosofietje over de liefde van jezelf? Waarom dan de regels zo ingedeeld dat het op het oog de indruk van een gedicht maakt? Of citeer je iemand zonder de naam te neoemen? Ik ben het overigens grotendeels met de strekking eens. En Hoppers'schilderij is prachtig!
@AvA: Zo'n beetje, omdat ik vond dat het een gedicht moest zijn, zo'n beetje, da's mooi en dat vind ik dus ook!
BeantwoordenVerwijderen