Doorgaan naar hoofdcontent

Berlijn - Stadsbeer Schnute

Berlijn dankt haar naam en stadswapen aan de beer. Er doen veel verhalen de ronde over de relatie tussen beer en Berlijn. De meest overtuigende is de hypothese van onderzoeker Theodor Zell. Volgens Zell is de stad Berlijn gesticht in de buurt van een plaats waar zich veel beren ophielden, ter hoogte van de huidige Nederlandse ambassade. Dit was aan het eind van de twaalfde eeuw een ondiepe, vlakke plaats in de Spree.
Ook beweert hij dat het woord Berlin vroeger 'bereplaats' beteken-de. En dat maakt z'n theorie geloofwaardig genoeg!

Waar of niet, je komt de beer overal tegen. Niet alleen in alle soorten en maten op straat en in de souvenierswinkels, maar ook in het echt. Knuffelijsbeer Knut kennen we nu wel, dus die slaan we even over. In het hartje van de stad resideert in de berenkuil Am Köllnischen Park sinds augustus 1939 de enige echte Berlijnse stadsbeer.

De vreugde na de feestelijke opening was van korte duur. De beren hadden zwaar te lijden tijdens de oorlog. Alleen beer Lotte overleefde en heeft haar naoorlogse jaren vredig versleten in dierentuin Zoo.

In november 1949 heropende de berenkuil met een nieuwe genera-tie beren. Stadsbeer Nante woonde 30 jaar in de kuil en zorgde met berin Jette voor even zoveel nakomelingen. De 200 kilo zware beer Tilo beklede het vierde ambt van stadsbeer. Hij leefde in de berenkuil met zijn vriendinnen Schnute en Maxi, tot hij vorig jaar overleed aan kanker. Zo breekt de emancipatie aan de top dus niet alleen door in de politiek, want sindsdien is berin Schnute de eerste vrouwelijke stadsbeer.

Bron: Waar is de muur? / Margriet Brandsma (uitgeverij Conserve)

Reacties

Populaire scribble

Een overweging

Ik heb een probleem en een zorg. Het probleem is dat ik te druk ben. Niet gewoon flow druk, maar onoverzichtelijk, benauwend en verlammend druk. Dat komt voor een groot deel doordat we binnen Biebsearch junior de samenwerking met Boek1boek hebben beklonken en ik heel graag na de herfstvakantie op zes scholen wil starten met het digitaal lenen en leveren. Alles wat daarvoor nog moet gebeuren hoef ik zeker niet alleen te doen, maar ik moet wel het overzicht bewaken en natuurlijk op tijd mensen inschakelen om me te helpen. Deze drukte is dus ‘tijdelijk’. Maar helaas vlieg ik al maanden – zo niet jaren – van de ene naar de andere ‘tijdelijke’ drukte. Met als gevolg dat boeken veel te lang op m’n leestafel blijven liggen, ik geen tijd neem om ziek te zijn, de seizoenswisselingen in de natuur ongemerkt aan me voorbij gaan en het contact met de mensen in m’n directe omgeving en met mezelf wel wat te wensen overlaat. Voor een ander deel neemt de druk nog eens toe door de innerlijke wens reg