Ken je dat? Dat je iets beleeft en dat je een soort klik ergens in je maag-streek voelt. Omdat datgene, voor die ene verrassende seconde, contact lijkt te maken met iets in jou, van jou. Dat had ik dus weer eens, deze week.
Eén van mijn favoriete schrijvers is Bart Moeyaert. Een Vlaming, en dan heb je bij mij al een streepje voor. Vlamingen praten mooier, schrijven mooier. Hun taal lijkt net zo te 'botten en bloeien' als hun zachte accent.
Het meest geniet ik van zijn prentenboeken. Om die poëtische zinnen, waarin elk afgewogen woord precies op de juiste plek staat. Luna van de boom (naar het Slowaakse sprookje Berona), Olek schoot een beer en kwam met een veer op zijn muts weer thuis (naar het Russische sprookje De Vuurvogel) en met stip bovenaan De Schepping.
"In het begin was er niets. Het is moeilijk om je dat voor te stellen. Je moet alles wat er nu is, nog niet laten zijn. Je moet het licht uitdoen, en er zelf niet zijn, en dan ook nog eens al het donker vergeten, want in het begin was er niets, ook het donker niet. Als je het begin van alles wil zien, moet je erg veel weglaten. Ook je moeder."
(2003 - uitg. Querido, met ill. van Wolf Erlbruch)
Als ik weer eens een collectie voor De Rode Draad moet samen-stellen, probeer ik er altijd een Moeyaert in te stoppen. Je moet ze toch een beetje opvoeden, die leesblagen!
Onlangs ben ik (veel te laat) begonnen met het ontdekken van Aidan Chambers, ook zo'n schrijver van de betere jeugdliteratuur. Ik las een interview over zijn laatste boek uit de 6-delige serie Dance Sequence en vond dat het er nu maar eens van moest komen. Deel 1 bleek al niet meer in onze collectie voor te komen (hoe zit dat Harry Dixit?), dus dan maar gelijk naar deel 2.
Je moet dansen op mijn graf; een leven en een dood in vier delen, honderdzeventien stukjes, zes doorlopende verslagen en twee kranten-knipsels, met een paar grappen, een stuk of drie puzzels, wat voetnoten en af en toe een ramp om het verhaal te laten lopen.
Dat belooft wat! En inderdaad, na een paar bladzijden voel ik hoe ik onderdompel in zo'n Moeyaertbad. Een warm bad, dus.
Dan belandt ons vakblad Lezen op m'n bureau, met een interview met drie kinderboekenschrijvers die hun 25 jarig schrijversschap vieren. Eén van hen, meneer Moeyaert, zegt daarin over zijn manier van schrijven:
"Keerpunten in mijn schrijven hangen sterk samen met gebeurtenissen in mijn persoonlijke leven. Eén ervan was dat ik Je moet dansen op mijn graf van Aidan Chambers las. Ik besefte erdoor dat ik waarschijnlijk niet zou trouwen met een mevrouw, maar met een meneer. En de vorm week zo uitdagend af van wat ik gewend was. Dat boek maakte het me duidelijk:
“Gooi die poort open, durf dat ook!”"
Eén van mijn favoriete schrijvers is Bart Moeyaert. Een Vlaming, en dan heb je bij mij al een streepje voor. Vlamingen praten mooier, schrijven mooier. Hun taal lijkt net zo te 'botten en bloeien' als hun zachte accent.
Het meest geniet ik van zijn prentenboeken. Om die poëtische zinnen, waarin elk afgewogen woord precies op de juiste plek staat. Luna van de boom (naar het Slowaakse sprookje Berona), Olek schoot een beer en kwam met een veer op zijn muts weer thuis (naar het Russische sprookje De Vuurvogel) en met stip bovenaan De Schepping.
"In het begin was er niets. Het is moeilijk om je dat voor te stellen. Je moet alles wat er nu is, nog niet laten zijn. Je moet het licht uitdoen, en er zelf niet zijn, en dan ook nog eens al het donker vergeten, want in het begin was er niets, ook het donker niet. Als je het begin van alles wil zien, moet je erg veel weglaten. Ook je moeder."
(2003 - uitg. Querido, met ill. van Wolf Erlbruch)
Als ik weer eens een collectie voor De Rode Draad moet samen-stellen, probeer ik er altijd een Moeyaert in te stoppen. Je moet ze toch een beetje opvoeden, die leesblagen!
Onlangs ben ik (veel te laat) begonnen met het ontdekken van Aidan Chambers, ook zo'n schrijver van de betere jeugdliteratuur. Ik las een interview over zijn laatste boek uit de 6-delige serie Dance Sequence en vond dat het er nu maar eens van moest komen. Deel 1 bleek al niet meer in onze collectie voor te komen (hoe zit dat Harry Dixit?), dus dan maar gelijk naar deel 2.
Je moet dansen op mijn graf; een leven en een dood in vier delen, honderdzeventien stukjes, zes doorlopende verslagen en twee kranten-knipsels, met een paar grappen, een stuk of drie puzzels, wat voetnoten en af en toe een ramp om het verhaal te laten lopen.
Dat belooft wat! En inderdaad, na een paar bladzijden voel ik hoe ik onderdompel in zo'n Moeyaertbad. Een warm bad, dus.
Dan belandt ons vakblad Lezen op m'n bureau, met een interview met drie kinderboekenschrijvers die hun 25 jarig schrijversschap vieren. Eén van hen, meneer Moeyaert, zegt daarin over zijn manier van schrijven:
"Keerpunten in mijn schrijven hangen sterk samen met gebeurtenissen in mijn persoonlijke leven. Eén ervan was dat ik Je moet dansen op mijn graf van Aidan Chambers las. Ik besefte erdoor dat ik waarschijnlijk niet zou trouwen met een mevrouw, maar met een meneer. En de vorm week zo uitdagend af van wat ik gewend was. Dat boek maakte het me duidelijk:
“Gooi die poort open, durf dat ook!”"
- klik -
Moeyaert ga ik dus nog ontdekken. Maar Aiden Chambers is inderdaad een bijzonder begenadigd schrijver.
BeantwoordenVerwijderenIk heb toevallig de herdruk van de week ook weer gelezen. "Je moet dansen op mijn graf" is zo prachtig.
Zijn laatste boek trouwens ook.
Oh, wat benijd ik je om zijn boeken nog te mogen leren kennen voor de eerste keer! Ik wens je veel plezier. :)
Het benijden is wederzijds, want jij gaat Moeyaert ontmoeten. Vergeet ook Broere en Dani Bennoni niet. En luister naar de cd's waarop hij voordraagt uit eigen werk. Enne... groet hem van me!
BeantwoordenVerwijderen