Mijn stad kent veel dolende zielen met een verhaal. Van die halve zwervers, die je overal tegenkomt, die geen vlieg kwaad doen, maar die nergens echt bij horen. Eén van hen noem ik 'de Veteraan'. Man van middelbare leeftijd, grijs, snor, te dik, altijd gekleed in camouflagekleding. Kijkt wat schichtig om zich heen, mompelt wat voor zich uit. Ik vraag me wel eens af of hij de vijand nog hoort of voelt. Zou hij wel weten dat de oorlog voorbij is? Zo'n man.
Ik zie hem de supermarkt verlaten. Hij eet z'n net gekochte snack al op nog voordat hij buiten is. Het intrigeert me. Wat heeft hij toch vast? Wit papier met iets wits erin? Ik loop op hem af en stel als een sluipschutter scherp op zijn vangst. Het blijkt een stuk kaas. Zo'n ronde Franse, zacht van binnen, waar een toastje onder hoort. En weer zet hij z'n tanden erin alsof het een hamburger is.
Ik twijfel. Ben je dan een bikkel of een watje?
Reacties
Een reactie posten